Nerine Guernseylelie
Algemeen
Men onderscheid hierin twee soorten:
De Nerine bowdenii met roze bloemen van 2 cm in scherm (7-15cm doorsnede) met 10-25 bloempjes samen op een stengel.
En de N. sarniensis waarvan het scherm met meer bloemen is gevuld.
Het scherm bloeit van buiten naar binnen open. Het zijn waardevolle snijbloemen die goed op water houden. Men kweekt de Nerine in pot en zet de pot buiten (vgl. Agapanthus).
Onderhoud
Wordt meestal in pot geteeld, in serre. Wenst een goede, voedzame en waterdoorlatende tuingrond. Een goede bescherming in de winter is noodzakelijk. De Nerine kan in volle grond worden gekweekt, maar omwille van haar vorstgevoeligheid wordt ze in pot gekweekt en nadien in pot in openlucht gebracht.
Tijdens de groei- en bloeitijd goed gieten. De planten laten rusten en in het voorjaar de potgrond wat losmaken, bijvullen en verversen, zonder de grote bollen uit de pot te halen.
Plantafstand: 20cm (of in pot van 15-20 cm doorsnede).
Tips
- Op vorstvrije plaats blijft het blad op de bol in de winter. Voor goede bloei is het nodig dat het blad in de winter blijft om het verzamelen van reservestoffen in de bol mogelijk te maken.
- Begin september - oktober sterven vaak de bladeren. Geef dan minder water. Een maand later gaat de Nerine bloeien, tussen september en oktober, afhankelijk van het afsterven van de bladeren en de temperatuur.
- De bladeren vormen een dicht rozet van slanke bladeren.
- Na de bloei het gieten stoppen en bollen droog en koel zetten tot het voorjaar.