Iris Iris, ook zwaardlelie

Algemeen

De irisgroep is zeer omvangrijk. Er zijn soorten met bollen: hybriden van oa. Iris danfordiae, I. hollandica, I. anglica, I. hispanica, I. reticulata, en andere met wortelstok: bv. Iris germanica, I. sibirica, I. kaempferi, enz.

Alle irissen hebben mooie bloemen (5 tot 15 cm) in wit, geel, roze, blauw, purperrood en combinaties. Een juiste keuze in de variëteiten van boliris en wortelstokiris kan ertoe leiden dat u bijna het jaar rond bloemen in een iristuin kunt zien.

De meeste irissen kunnen enkele jaren ter plaatse blijven en worden vervolgens uitgehaald, gedeeld en terug geplant. De Iris germanica komt in de tuinen het meest voor, de wortelstok ligt vaak bloot aan de bodem.



Onderhoud

Irissen groeien best in een voedzame, humusrijke, niet te koude grond die Iicht zuur tot neutraal mag zijn (pH 6,5 tot 7), goed gedraineerd en vochthoudend. Verteerde stalmest en compost vòòr het planten in de grond verwerken.
De Hollandse boliris (I. hollandica) rooien in de nazomer (augustus) als het blad afgestorven is en herplanten in september. Dit is toe te passen op zware grond die nogal nat kan zijn, op lichte grond blijven de bollen ter plaatse of wordt gerooid, gedroogd en bewaard tot april, zoals gladiool. Spaanse boliris (I. hispanica) moet elk jaar gerooid worden, na afsterven van het blad gedroogd en in september-oktober weer planten.

Dwergiris (I. reticulata) blijft ter plaatse in de tuin en verlangt na de bloei regelmatig bemesting tot het blad verkleurt. Dan doen de bollen reserve voor volgend jaar op.

Iris sibirica verkiest een vochtige standplaats. Plantafstand: 15-20 cm / 30-70 cm volgens soort en hoogte.

Tips

  • In borders en iristuinhoekjes zullen de planten soms steun nodig hebben.
  • Nieuwe bladeren groeien mooi op als de oude bladeren waaiervormig ingekort worden.
  • De wortelstok-iris scheuren om de 4-5 jaar (juli) als de planten geheel naar buiten groeien. Buitenste stuk van de wortelstok draagt het groeipunten, het oude afgestorven deel mag weg. Scheuren in de herfst (sept.-okt.) en direct planten.
  • Irissen bloeien vanaf het eerste of het tweede jaar.
  • Irissen in het voorjaar bemesten met verteerde stalmest, compost of samengestelde meststof (NPK gehalte) in orde van grootte weinig N (stik- stof) b.v. 8-8-18.
  • Bloemstengels wegsnijden na de bloei.