Lelie Lilium

Algemeen

De meeste lelies zijn winterhard en hebben geschubde bollen. Tot de leliegroepen die bij ons meest verkrijgbaar zijn behoren de hybriden van o.a. Lilium candidum (witte Madonnalelie), L. auratum (goudbandlelie), L. regale (Koningslelie), L. lancifolium syn. L. tigrinum (tijgerlelie), L. martagon (Turkse lelie, tulbandlelie), L. speciosum (Japanse lelie, prachtlelie, roze lelie), L. longiflorum (snijbloem onder glas, witte grote trompetlelie), enz.

Vele lelies zijn welriekend, o.a. L. candidum, L. regale, L. speciosum en L. longiflorum zijn befaamd om hun kleur, vorm en geur. Maar niet alle lelies zijn geurend.

De leliebloemgroepen worden hieronder opgesomd. Ze zijn in vele kleuren verkrijgbaar: wit, roze, geel, oranje, rood met strepen en stippels. De bloemgrootte kan gaan van 7 tot 25 cm (in trompet-, kom- of platte stervorm). De lelies blijven verschillende jaren ter plaatse.



Onderhoud

  • Zorg voor vruchtbare, goed gedraineerde tuingrond.
  • Vooraf een goede voorraad bemesting geven, b.v. grond op 50cm uithalen, een laag verteerde stalmest of compost uitspreiden en put vullen, luchtig.
  • Regelmatig samengestelde mest NPK-gehalte b.v. 9-9-12 of 8-8-18 of 5-10-13 enz. toedienen tijdens de groeitijd (200g per m2).
  • Lelies steeds planten vóór het vriest. Dat kan gebeuren van augustus tot november en in het voorjaar (maart). De meest geschikte planttijd wordt bij de levering van bollen meegedeeld. Als de bollen beschikbaar zijn kan geplant worden.
  • Sommige lelies zijn kalkvrezend en andere wensen kalk in de bodem. Een compromis dat voor alle lelies een gunstig effect geeft is licht-zuur (pH 6-6,5).
  • Bollen diep genoeg planten: de soorten met stengelwortels (20-25 cm diep), deze zonder stengelwortels (10 – 15 cm diep). Uitzondering: L. candidum, de witte madonnalelie, de tip van de bol juist onder de kalkhoudende grond (5 cm).
  • Lelies wensen schaduw op hun voet. Plantafstand: 20-40 cm.

Tips

  • Bollen die er verschrompeld uitzien, kan je een dagje in vochtige turf leggen om vocht op te nemen.
  • De hooggroeiende lelies best voorzien van een steun zodat ze geen schade oplopen bij felle wind.
  • In groeitijd mag de lelie ruim water krijgen en kan je best regelmatig bijmesten. In de lente geef je best verteerde oude stalmest en compost, en verder samengestelde meststof met NPK-gehalte waarin hoger kalicijfer, b.v. NPK-8-8- 12 of 9-9-12 of andere.
  • Verplanten: De bollen uithalen, verdelen en direct terugplanten. Dit kan gebeuren als de stengels zijn afgestorven in de herfst (september - oktober).
  • Vermeerdere: Lelies vermeerderen door verdeling. Door de bolschubben waaraan bolletjes komen of door bolletjes die in de bladoksels op de stengel verschijnen (b.v. bij de L. lancifolium / L. tigrinum). Deze bolletjes worden 7-10 cm diep geplant in maart (tijdens de winter bewaren in zand !). Het worden na 3-4 jaar bloeibare bollen.
  • De lelies dan na 4-5 jaar verplanten, en diep genoeg! Zij trekken zichzelf ook naar de gewenste diepte als ze ondiep geplant worden.
  • Lentescheuten wat beschutten tegen vorst (met bladeren of takken).
  • Minimum 5 bollen samenplanten in groep om mooi effect in de tuin te hebben.
  • Niet elk jaar van dezelfde planten bloemen snijden, dat put de planten uit. De stengel slechts op halve Iengte snijden zodat toch nog steeds een halve stengel op de plant blijft.
  • Bij snijbloemen in de huiskamer de dikke meeldraden van de lelies wegnemen om vlekken op kast te voorkomen.
  • Lelies zullen langer houden op water als de stengels voor het schikken 10 tot 12 uren tot tegen de bloemhals in water gezet worden.
  • In de vaas de bladeren die onder water komen verwijderen.
  • De meest aangewezen plantmaanden zijn: augustus, september, oktober.

Keuzemogelijkheden

De officiele indeling van lelies met zovele hybriden gebeurt op basis van 9 groepen:

  • Groep 1: Aziatische hybriden;
  • Groep 2: Martagon hybriden;
  • Groep 3: Europese en L. candidum hybriden;
  • Groep 4: Hybriden van Amerikaanse species;
  • Groep 5: Longiflorum hybriden;
  • Groep 6: Trompethybriden en L. aurelianense;
  • Groep 7: Oost-Aziatische hybriden;
  • Groep 8: Andere;
  • Groep 9: Echte Liliumspecies als Lilium candidum, Lilium regale, Lilium auratum.