Dahlia

Algemeen

Deze latijns amerikaanse plant (Mexico) kent zijn bekendheid dankij de verdikte wortels die als voeding dienden. De knollen werden onder andere door de Tunebo-Indianen opgegraven en opgegeten. Notabene: de smaak van de knollen schijnt niet lekker te zijn. Pas later werd deze plant “herontdekt” als sierplant.
Er bestaat een zeer ruime keuzemogelijkheid aan Dahlia-hybriden, dit in vele kleurentypes en verschillende soorten en met varierende bloemdiameter van 5 tot 30 cm.
Dahlia's zijn half-winterhard maar in onze streken worden ze toch elk jaar herplant na een winterrust op een koele droge plaats.


Onderhoud

Zorgt voor een goede en voedzame tuingrond. Gebruik wat klei en licht zuur en zorg dat de Dahlia niet te droog komt te staan. Dahlia's hebben voeding nodig om stevig te ontwikkelen; in het najaar ruim stalnest (3 kg/m2) of compost in de grond mengen. Na het spitten de grond row laten liggen zodat hij volledig kan opvriezen en in het voorjaar een goede fijne structuur krijgt. De knollen rooien na eerste vorst. De stengel op 15cm boven de knollen insnijden, van aanklevende grond ontdoen en goed laten opdrogen. Let op! Kwets de knollen niet. De gewenste plantenafstand is 40 cm voor laaggroeiende dahlia’s en 70 cm voor de hoge variëteiten.

Tips

Laat Dahlia’s overwinteren op koele, niet te koude luchtige vorstvrije plaats (rond de 10°C) in kist met droge turf, dek ze af met stro, krantenpapier of plastiekdoek. Bewaar de dahliaknollen zeker niet in een warme ruimte, daar zouden de gave knollen verschrompelen en waardeloos worden.
In maart kan je de knollen in vochtige turf laten voorkiemen in huis of serre, later kunnen ze dan uitgeplant worden, vanaf half mei (na het vorstgevaar!) ofwel eind april-begin mei direct ter plaatse.
De scheuten die zich ontwikkelen op de knollen kunnen ook als stek gesneden worden (juist boven de wortelhals) met lengte van 10cm. De stek in turf of potgrond en zand steken (b.v. vier stekken in pot van 8 cm 0 of in turfpotjes stuk per stuk). Het gebruik van een groeimiddel ter bevordering van de wortelvorming (b.v. Rhizopon) is aanbevolen.
Ook knollen kan men verdelen, daarbij moeten we zorgen dat elke afgenomen knot ecu stuk van de oude stengel met een oog bezit waaruit de nieuwe plant kan groeien. Dit werkje gebeurt in april, daarna kan de dahlia uitgeplant worden.
Als de bloeitijd komt, moeten de dahlia's voldoende water krijgen.
Naarmate de planten opgroeien hebben ze steun nodig: stokken en koord of middels een dahlia-ring die men optrekt naarmate de dahlia's hoger groeien.
Om vele zijscheuten te bekomen mogen de jonge planten ingeknepen worden (groeitop wegnemen) enkele weken na het planten (mei-juni); dit wordt gedaan voor de bloeirijke tuinversiering.
Als men grote bloemen wenst in de top, dan worden de scheuten, en zijknoppen die op de stengel van de hoofdbloemen ontstaan weggenomen.
De dahlia heeft nood aan voedsel; als er een goede basisbemesting (stalmest, koemest, compost) aan de grond gegeven werd zal er geen extra nood aan meststoffen zijn. Maar rond de tijd dat de bloemknoppen ontstaan, mag wel een handvol samengestelde korrelmeststof toegediend worden per plant, niet te stikstofrijk want dan krijgen we overvloedige bladgroei (neem b.v. een NPK Stikstof-Fosfor-Kali) verhouding met minder N (Stikstof) en in orde van grootte kunt u kiezen in de 8-8-12 (NPK) of dergelijke.
Laagblijvende dahlia-typen en variëteiten (Mignon en Topmix) kunnen goed in bakken en schalen geteeld worden, voortuin en balkon.
Oorwormen tasten jonge scheuten aan. Ze moeten gevangen worden. Ecu bloempot met stro of papier omgekeerd op stok plaatsen (50 cm boven de grond), de oorwormen kruipen `s nachts in deze potten en `s morgens zijn ze te vangen.
Enkele dahlia's samen; kan zeer decoratief zijn als solitair-groep, b.v. in een grote gazonruimte.
Bij de dahlia's zijn vele typen en variëteiten die als snijbloemen waardevol zijn.
Afgesneden bloemen voor de vaas worden diep in water gezet, met een snijbloemenvoedsel (b.v. Chrysal). Zorg ervoor dat er geen bladeren in het water staan! Het blad van de dahliaplant heeft een doordringende geur; daarom heeft niet iedereen graag een dahliaboeket op tafel of een eettafelversiering met dahlia's.